Geen enkel project is hetzelfde. Soms brengen we Trisoplast in krappe ruimtes aan, soms op steile hellingen en soms op wel heel bijzondere ondergrond. Dat laatste was het geval bij de afdichting van het nieuwe buitenterrein van recyclingbedrijf Kruiswerk in Bergambacht. Een bodem vol palen.

Werken op draglineschotten

De ene ondergrond is stabieler dan de andere. Het terrein van de nieuwbouwlocatie van Kruiswijk Recycling bleek sterk zettingsgevoelig te zijn. Om die slapheid tegen te gaan, werd er een raster van heipalen aangelegd die tot 17 meter diep aangebracht werden en waarvan het topje boven de grond uitsteekt.

Stevig: ja. Praktisch: minder

Arend van de Pol was vanuit Trisoplast bij het project betrokken: ‘Het aanbrengen van de Trisoplast, het scheidingsdoek en de betonvloer gebeurt rechtstreeks op die palen. Maar omdat die niet zijdelings belast mochten worden, moesten we de machines op draglineschotten zetten en daarop rijden. Het waterdicht aansluiten van de Trisoplast tegen de betonconstructies en rondom de palen was een fluitje van een cent’.

Opnieuw afdichten met Trisoplast

Een succesvolle workaround, zo bleek, want dit gedeelte van het buitenterrein – met een oppervlakte 8.200 m2 – is helemaal klaar om als opslagplek voor diverse materialen te kunnen worden gebruikt. En de kennis van het aanbrengen van Trisoplast tussen de palen kwam ook een paar jaar later weer van pas, toen we met ‘fase 2’ een terrein van vergelijkbare omvang hebben afgedicht met Trisoplast.